1301 HUISHOUD- EN NIJVERHEIDSSCHOOL LEIDEN
HERBESTEMMING NAAR 16 WONINGEN
Aan de Groenhazengracht en op de hoek met het Rapenburg bevindt zich de voormalige Vakschool voor Meisjes oftewel de Huishoud- en Industrieschool met internaat. Het complex bestaat uit twee gebouwen die onderling met elkaar verbonden zijn: Rapenburg 23, een historische pand uit het midden van de achttiende eeuw dat rijksmonument is en de uitbreiding aan de Groenhazengracht, een gemeentelijk monument.
Het Rijksmonument en het Gemeentelijk monument worden gesplitst in twee afzonderlijk van elkaar functionerende gebouwen. Een logische stap gezien het contrast in sfeer, uitstraling, detaillering en materialisering, beide gebouwen komen afzonderlijk het meest tot hun recht.
RIJKSMONUMENT
Het huidige Rapenburg 23 is pas in 1767-’68 ontstaan, door samenvoeging van twee kleinere panden. Nog steeds zie je duidelijk de scheiding tussen het noordelijke en het zuidelijke huisdeel in het metselwerk en de sprong in de kroonlijst. In 1922 verkocht de toenmalig bewoonster mevrouw Siegenbeek van Heukelom-Lamme het pand aan de “Vereniging Vakschool voor meisjes voor Leiden en omstreken”, waardoor het voorgoed zijn woonhuiskarakter zou verliezen.
De herbestemming van het Rijksmonument, terug naar de woonfunctie waarvoor het gebouwd is, is gedaan met groot respect voor de monumentale waarde. Het hoekpand, van in totaal ruim 500 m2, is weer in tweeën gesplitst. Daarnaast zijn een tweetal meer rigoreuze ingrepen uitgevoerd, om dit Rijksmonument weer bruikbaar te maken voor zowel een kantoor- als een woonfunctie: het plaatsen van trappen voor de verticale ontsluiting en het maken van de dakterrassen als buitenruimte voor de woningen.
GEMEENTELIJK MONUMENT
Het schoolgebouw aan de Groenhazengracht is in het begin van de Tweede Wereldoorlog, naar ontwerp van de Leidse architect Bernard Buurman, gebouwd in de toen ruime tuin achter het Rapenburg 23 en vormt nu een beeldbepalend deel van de gracht. Het gebouw, een vroeg voorbeeld van de Shake-hands architectuur, heeft een architectuurhistorische waarde vanwege de gave verhoudingen en vormgeving, de kwaliteit en de verfijnde uitwerking. Daarnaast heeft de huishoudschool een cultuurhistorische waarde vanwege de vroege twintigste-eeuwse geschiedenis van de emancipatie van de vrouwelijke arbeidersklasse in Leiden.
Het gemeentelijk monument heeft een grote ruimtelijke kwaliteit. De verkeersruimtes hebben een prachtige overmaat, de route architecturale van voordeur naar klaslokaal brengt je langs riante plekken met telkens een andere lichtval en uitzicht. Eenmaal thuis, in de hoge klaslokalen, heeft het licht vrij spel en kijk je weer uit op een prachtig historisch stukje Leiden, de Groenhazengracht.
In de herbestemming zijn de bestaande kwaliteiten benadrukt. De ingrepen zijn gedaan, nodig voor het verbeteren van de woonkwaliteit, zijn bescheiden, en voegen zich naar het bestaande gebouw; uitgangspunt bij het ontwerp was de oorspronkelijke structuur.
Het gemeentelijk monument bood veel mogelijkheden om op relatief eenvoudige wijze woningen te realiseren. In basis is de indeling een appartement per lokaal. Het geheel wordt ontsloten vanuit de bestaande entree, gangen, trappen- en liftstructuur. Deze indeling kent twee uitzonderingen. De woningen op de begane grond en de tweede verdieping. Deze zijn uitgebreid met de verdieping eronder [kelder] en erboven [zolder]. Dit levert meer kwaliteit op in de appartementen aangezien twee-laagse woningen en meer vrij indeelbare ruimtes konden worden gerealiseerd.
Kwaliteit van de appartementen is het licht en de ruimte: de ruimte heeft een ruime vrije hoogte en op het zuiden een grote raampartij van een zevental ramen. Deze ruimtelijke kwaliteit willen we in de appartementen zoveel mogelijk ervaarbaar laten. Daarom blijft de helft van de appartementen, de zone aan de buitengevel, volledig vrij van wanden en voorzieningen, die volledig in de zone aan de gangzijde zitten. De vloer in deze open ruimte is verhoogd zodat je hier, al zittend, goed uit het raam kan kijken.
We waren tijdens het gehele proces betrokken, zo hebben we onder andere ook de kopersbegeleiding gedaan en daarna de bewoners geholpen van hun lokaal hun eigen thuis te maken.
De binnentuin is weer in oude glorie hersteld. Een beschutte plek, een gezamenlijke buitenruimte voor alle bewoners. De tuin heeft een simpele indeling gekregen met terrassen aan de kopse kanten en de open ruimte in het midden, een indeling die gelijkenis vertoond met het oorspronkelijk ontwerp van de tuin uit 1939. Kijk voor meer foto’s van de binnentuin in het nieuwsbericht.
Doel van de aanpak van de gevel is het verbeteren van het wooncomfort. Zo hebben we het aantal te openen delen in de voorgevel vergroot, zodat de bewoners hier heerlijk in de zon kunnen zitten. Daarnaast ontstaat door deze te openen ramen een levendig en afwisselend beeld, meer passend bij de nieuwe woonbestemming van het gebouw. De ramen op maaiveldniveau worden, wederom binnen de bestaande structuur, verhoogd, met als doel om de kelderverdieping woonkwaliteit te tegen. Uitgangspunt bij al deze ingrepen is de structuur, de regelmaat en de uitstraling van de oorspronkelijke gevel.
Kijk voor meer interieurfoto’s bij ons nieuwsbericht.